Valkerij heeft zijn eigen woordenschat. Vele van deze woorden en termen kennen hun oorsprong in de rijke valkerijgeschiedenis met kruisbestuivingen uit oude gebruiken, talen, gebeurtenissen enz. De meest gebruikte woorden nemen we op in deze lijst:

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

A
aanstekenherstellen van een gebroken veer
aanwachtende valk jaagt vanuit de lucht en wacht boven de valkenier tot deze een prooi opstoot
aashet vlees dat men de roofvogel te eten geeft
afdragenzeeg maken door veel te dragen
afvliegenproberen van de vuist of zitplaats weg te vliegen
aylmerisysteem van schoentjes en manchetten
B
balgsurrogaatprooi voor een havikachtige
bewitlederen riempje waarmee een bel aan de poot kan worden vastgemaakt
bindenhet grijpen of vasthouden van een prooi of loer tot op de grond
blaatvalklannervalk
bloedpennieuwe, nog niet volgroeide veer waarbij er nog bloed in de schacht zit
blokzitplaats voor een valk
braakbaloverblijfsel van veren of pels die door de vogel zijn gegeten, dit wordt de volgende dag uitgebraakt
bumbelfootEen ziekte aan de poot 
C
cagietraditioneel rechthoekig rek om meerdere valken gehuifd op te dragen
D
dekveren2 middelste staartveren
draaldraainagel, metalen voorwerp waar de schoentjes onderaan samenkomen en waar de langveter ook door kan
F
fittenherstellen van een gebroken veer 
fittenherstellen van een gebroken veer 
fretmerkenmaliën, zwakke plaatsen in de veren
fretten / frettereneen fret gebruiken om konijnen uit hun holen te jagen
G
geweloverblijfsel van veren of pels die door de vogel zijn gegeten, dit wordt de volgende dag uitgebraakt
H
hackeneen jonge roofvogel een tijdje loslaten in de natuur
haggardwilde vogel, minstens 1x gemuit in de natuur
havikier /
havikenier
iemand die werkt met havikachtigen
hoge vluchtjagen op vliegend wild met aanwachtende vogel
hongermerkenmaliën, zwakke plaatsen in de veren
hoogrekeen zitplaats op redelijke hoogte waar een vogel op wordt geplaatst
horstnest van een vogel
huifkapje van een valk
hybridekruising tussen verschillende roofvogelsoorten
I
imprintroofvogel die bij mensen is opgegroeid
K
kropdeze zit onder de kop, vooraan de nek. Hier wordt het voedsel opgeslagen wanneer het pas gegeten is. Uilen hebben geen krop.
kroppende krop laten vol-azen; veel eten geven
L
lage vluchtjagen op hoofdzakelijk lopend wild
lanenhet schreeuwen van een roofvogel, specifiek bij imprints
lange lijnlang touw waaraan de vogel wordt gevlogen tijdens het begin van de training
langveder / langveterriem of koord waarmee de vogel vastgeknoopt wordt
langveterriem of koord waarmee de vogel vastgeknoopt wordt
lanneretmannelijke lannervalk
loersurrogaatprooi voor een valk
loerenlokken
M
maagsteentjeskleine ronde kiezels die soms worden ingeslikt om de vertering te helpen, ze worden teruggevonden in de braakbal
manchetvast stuk leder ronde de poten waar de schoentjes doorheen zitten
mantelenhet beschermen van de prooi door er de vleugels over te slaan
milaanwouw
muitenruiven of ruien
muithuisspeciale volière waar de vogel rustig kan ruien 
musketmannelijke sperwer
muytervalkvalk die zijn eerste keer heeft gemuit in gevangenschap
N
nestelingjonge vogel, als kuiken uit het nest genomen
O
optuigende vogel voorzien van zijn nodige materialen
opvoederende krop laten vol-azen; veel eten geven
P
passagierdoortrekkende valk tijdens de migratie
primairen en secondairenbelangrijkste hand- en vleugelpennen
R
rode valk of havikvalk of havik in jeugdkleed
roersurrogaatprooi voor een valk
roerenlokken
roestenrusten van roofvogels in staande houding
ruien jaarlijks vernieuwen van de veren, ook wel muiten genoemd 
S
sakreetmannelijke sakervalk
schoenenlederen riempjes aan de poten van de vogel
schuddende veren lichtjes heffen en uitschudden
slaan of stoteneen valk slaat zijn prooi vaak uit de lucht zonder ze te binden
slippeneen vogel bij de jacht van de hand lossen
smeltseluitwerpselen van de vogel
spitshuisafdak waaronder de vogel vastgemaakt zit, traditioneel in omgekeerde V-vorm
sprengeleen boogvormige zitstok voor een havikachtige
stiftenherstellen van een gebroken veer
T
takkelingeen jonge vogel die juist het nest heeft verlaten maar nog gevoed wordt door de ouders
talon of vangklauwachterste teen van een vogel
tarcel, tersel of talekeneen mannelijke roofvogel
trackeneigenhandig wild opjagen
trossendoorvliegen met een prooi
V
valkenblokzitplaats voor valken 
valkerijhet vluchtbedrijf, ook wel de ruimte waar de valken en het materiaal gehouden worden
valksorvalk in zijn eerste verenkleed
vingerteen van een roofvogel
vliegverende belangrijkste veren van de vogel, die perfect moeten zijn om goed te vliegen
voorstaanwanneer een hond een prooi aanduidt door stil te staan 
vuistvalkvalk die vanaf de vuist gevlogen wordt
vuistvogelroofvogel die vanaf de vuist gevlogen wordt
W
washuidde naakte huid rond de bek waarin de neusgaten liggen, deze is meestal geel
weidespelhet laten vliegen van de vogel zonder te jagen
wijfvrouwelijke roofvogel
wildvangjonge vogel uit het wild gevangen voor de eerste muit, meestal september – oktober
Y
yarakdit is een oosterse term, meestal gebruikt voor haviksoorten;
In ‘yarak’ zijn: fit, enthousiast en klaar om te vliegen zijn
Z
zeegtam, mak
zwemenvalk die zich laat afdrijven, in de thermiek gaat vliegen
zwemmen of biddenhet ter plaatsen blijven hangen in de lucht